Nieuws
Belevingsfunctionaliteit als sleutel tot échte duurzaamheid
Een visie op projectontwikkeling volgens Urbes
In de wereld van projectontwikkeling wordt het woord duurzaamheid te pas en te onpas gebruikt. Te vaak blijft het hangen in technische oplossingen: zonnepanelen, groene daken of circulaire materialen. Natuurlijk zijn die belangrijk, maar bij Urbes geloven we dat duurzaamheid veel fundamenteler begint. Niet bij gebouwen, maar bij mensen.
Onze aanpak? First life, then spaces, then buildings. Dat betekent: begin bij het leven dat je mogelijk wil maken. Wat hebben mensen nodig om zich ergens écht thuis te voelen? Hoe beweegt een gemeenschap zich? Welke ritmes, interacties en ervaringen maken een plek levend? Pas daarna ontwerp je de ruimtes die dit leven ondersteunen. En dáár pas komen de gebouwen.
De mens en zijn 12 zintuigen
In onze projecten vertrekken we niet alleen vanuit functionaliteit, maar vanuit belevingsfunctionaliteit. Een term die we centraal stellen in onze visie. Het gaat niet alleen om wat een ruimte doet, maar wat ze doet voelen. Daarbij beperken we ons niet tot de klassieke vijf zintuigen. We kijken naar de 12 zintuigen, zoals omschreven in de antroposofie: van tastzin, evenwicht en beweging tot levenszin, denkzin en ik-zin.
Een plek moet kloppen op al deze niveaus. Alleen dan ontstaat er een omgeving waarin mensen floreren. Waar ze verbinding voelen — met zichzelf, met anderen, en met hun omgeving.
Niet het gebouw, maar het geheel
Bij duurzame ontwikkeling gaat het niet om één los gebouw dat goed in elkaar zit. Het gaat om het totaalbeeld: het woonpark als levend organisme. De samenhang tussen gebouwen, pleinen, groenzones, paden, ontmoetingsplekken en overgangen tussen binnen en buiten bepaalt of mensen zich ergens écht thuis voelen.
Een woonomgeving is meer dan een optelsom van woningen. Het is een zorgvuldig ontworpen geheel waar ritme, schaal en relatie tussen de elementen zorgen voor harmonie. Waar je van de ene plek naar de andere beweegt zonder drempels — fysiek én mentaal. Waar rust en dynamiek elkaar afwisselen. Waar privacy en ontmoeting in balans zijn.
Groen als bron van gezondheid en verbinding
Wanneer we deze woonparken kunnen inbedden in een rijke, groene omgeving, ontstaat er een extra dimensie van duurzaamheid. Groen heeft een bewezen positieve invloed op de mentale en fysieke gezondheid van mensen. Het vermindert stress, verbetert de luchtkwaliteit, en stimuleert beweging, rust en sociale interactie.
Bovendien zorgt de wisseling van de seizoenen — zichtbaar in bomen, planten, licht en geur — voor een natuurlijke vorm van tijdsbeleving. Deze cycli brengen mensen terug in contact met iets groters dan zichzelf: de ritmes van de natuur.
Het meemaken van die veranderingen versterkt de verbondenheid met de omgeving én met de eigen innerlijke wereld. Het herinnert ons aan onze werkelijke roots: de mens als wezen dat ooit leefde van en tussen de natuur. In een tijd waarin vervreemding steeds groter wordt, helpt een groene woonomgeving ons om opnieuw thuiskomen — niet alleen in een woning, maar in het leven zelf.
Architectuur die resoneert
Binnen dat grotere geheel moet architectuur onmiddellijk aanspreken. Niet als een losstaand object, maar als een betekenisvolle speler in het grotere verhaal. Gebouwen moeten iets doen met de mens die ernaar kijkt of erdoorheen beweegt. Ze moeten emoties oproepen: rust, herkenning, veiligheid, inspiratie. Wanneer architectuur klopt binnen zijn context, voel je dat het plaatje klopt. Er is dan sprake van harmonie, en dat is precies wat mensen nodig hebben in hun leefomgeving.
Leefkwaliteit als vertrekpunt
In plaats van te starten met een stedenbouwkundig plan of een stapel architectentekeningen, beginnen we met vragen als:
- Welke vormen van ontmoeting willen we hier mogelijk maken?
- Hoe beweegt een kind zich door het woonpark?
- Welke seizoensbeleving willen we stimuleren?
- Voelt iemand zich hier veilig, geborgen, vrij?
- Hoe sluiten binnen- en buitenruimte naadloos op elkaar aan?
Pas als we dat scherp hebben, volgen de volgende lagen: de inrichting van de openbare ruimte, de positionering van gebouwen, en uiteindelijk de architectuur.
Dát is voor ons duurzaamheid: het creëren van plekken die in de eerste plaats leven ondersteunen, en daarmee toekomstbestendig zijn — sociaal, mentaal én ecologisch.
Techniek als versterker van beleving
Nieuwe technologieën spelen een cruciale rol in het realiseren van deze visie. Ze versterken het comfort, de gezondheid en de energie-efficiëntie van gebouwen én buitenruimtes zonder de menselijke maat te verliezen. Denk aan:
- Geothermie en passieve koeling die zorgen voor een aangenaam en natuurlijk binnenklimaat
- Grote lichtinval en hoge plafonds voor een gevoel van ruimte en openheid
- Drempelloze overgangen naar terrassen en tuinen voor een natuurlijke connectie met buiten
- Verbeterd akoestisch comfort voor rust en mentale gezondheid
- KNX-sturing als standaard in appartementen voor slimme, efficiënte en duurzame controle
- En een mogelijke koppeling met het concept van het Healthy Apartment, waarbij gezondheid, luchtkwaliteit en welzijn centraal staan
Technologie is bij ons geen opzichtig statement, maar een stille kracht die het leven beter maakt — slim geïntegreerd, duurzaam, en volledig in dienst van de gebruiker.
Belevingsfunctionaliteit is geen luxe, maar noodzaak
In een tijd waarin veel gebieden hun ziel verliezen aan monocultuur en efficiëntie, kiezen wij voor een andere weg. Door te ontwerpen vanuit beleving, op schaal van het woonpark, maken we plekken die generaties lang mee kunnen. Niet omdat de gebouwen zo lang blijven staan, maar omdat de betekenis ervan meegroeit met de mensen die er leven.
Bij Urbes bouwen we dus niet aan stenen. We bouwen aan levenskwaliteit — aan gemeenschappen, aan samenhang, aan plekken die raken. En dat begint met goed luisteren, kijken, voelen — met alle zintuigen.